CDA

Het Christen-Democratisch Appèl (CDA) is een Nederlandse politieke partij met een christendemocratische signatuur. De partij heeft sinds haar oprichting regelmatig deel uitgemaakt van de regering. De drie partijen waaruit het CDA is ontstaan, hebben ook vrijwel voortdurend deel uitgemaakt van de regering.

Partij samenvatting

  • Van kortetermijnwinst naar duurzame waarden
  • Nederland is geen bv, maar een samenleving. Maatschappelijk en economisch succes kan niet alleen afgemeten worden aan prestaties of hoeveel geld je hebt verdiend.
  • Daarmee doen we elkaar ernstig tekort. Daarom geloven wij in een economie die anders werkt. Waar ondernemers niet gericht zijn op de maximale winst op korte termijn, maar met hun bedrijf een duurzame bijdrage willen leveren aan ons land. Waar een vaste baan meer zekerheid en een fatsoenlijk inkomen biedt om jezelf en je naasten te onderhouden. De duurzame economie van morgen groeit harmonisch. Dat vraagt van het politieke midden om het schijnbaar tegenstrijdige met elkaar te verzoenen: land- bouw en natuur, economie en ecologie, vrijheid en verantwoordelijkheid, principes en realisme. Dat kan, als we het willen
  • Met onze plannen voor een groene industriepolitiek en de bouw van kleine kerncentrales zorgen we voor een duurzame toekomst voor onze kinderen. Klimaatbeleid moet ambitieus, realistisch en sociaal zijn, zodat banen en bedrijven voor Nederland blijven behouden.
  • De beweging naar die eerlijke, rechtvaardige en duurzame economie vraagt om harmonische groei. Anderen noemen het selectieve groei, brede welvaart of postgroei. De richting is helder: innovatie, technologie en een sterke industrie zijn net zo hard nodig als klassieke deugden zoals matigheid, rechtvaardigheid, en het welzijn van mensen. De inzet voor een duurzame wereld is net zo belangrijk als rekening houden met koopkracht en concurrentieverhoudingen. Economische groei gaat hand in hand met menselijke bloei.
  • De beweging naar die eerlijke, rechtvaardige en duurzame economie is niet mogelijk zonder het vernuft van ondernemers. Zij zijn essentieel bij het vinden van de sleutels voor de grote maatschappelijke uitdagingen, bijvoorbeeld op het gebied van klimaat, energie en gezondheid.
  • Een sterke agrarische sector is cruciaal voor heel Nederland. Boeren zijn namelijk meer dan voedselproducent. Ze dragen zorg voor gezond voedsel, maar ook voor een gezonde bodem en een gezonde natuur.
  • We kiezen voluit voor groene industriepolitiek. Via bindende en wederkerige maatwerkafspraken met de grootste vervuilende bedrijven en een combinatie van normeren, beprijzen en subsidiëren, bouwen we aan een duurzame economie van de toekomst. Bij investeringen in schone technologieën en energie-infrastructuur voor bijvoorbeeld waterstof telt het belang van heel Nederland.
  • We beginnen met het bouwen van de infrastructuur die nodig is om negatieve emissies (het onttrekken van CO2 aan de atmosfeer) te realiseren en benutten daarvoor in ieder geval de locatie van één van de kolencentrales die in 2030 geen kolen meer mogen verbranden.
  • Nederland heeft top-onderzoeksinstellingen die we beter in stelling kunnen brengen om innovatie aan te jagen. We investeren meer in onderzoek en innovatie met betrekking tot groene technologie zoals groene chemie, negatieve emissies en kleine modulaire reactoren, ook door bedrijven, om ons verdienvermogen veilig te stellen. We zorgen er daarbij voor dat nieuwe investeringen in energie-innovatie ook in de regio landen.
  • Een circulaire economie (hergebruik) op het vlak van bijvoorbeeld metalen is simpelweg nodig om concurrerend te blijven en om de leveringszekerheid van grondstoffen veilig te stellen. Met de industrie van de toekomst produceren we in Nederland onder meer groene brandstoffen, groen staal en circulair plastic. Om dat te bereiken moet de uitvoeringskracht van de overheid en het bedrijfsleven omhoog en moeten perverse prikkels verdwijnen.
  • We steunen een Europese grondstoffenheffing, strengere product-normering en het recht op reparatie van hele gewone producten als je smartphone. Zo maken we een einde aan de bewuste verkorting van de levensduur van producten en besparen we niet alleen op grondstoffen maar voorkomen we ook onnodige kosten voor consumenten.
  • De verantwoordelijkheid voor een meer duurzame productie is in de afgelopen jaren volledig bij de consument gelegd. Dat leidt vooralsnog tot onvoldoende resultaat. Die verantwoordelijkheid zal meer bij de producent gelegd moeten worden om hergebruik en recycling van afval en grondstoffen te versnellen.
  • Er moeten daarom betere fiscale mogelijkheden komen voor het beprijzen van negatieve effecten van producten op natuur en milieu. Dat zou kunnen via een stapsgewijze aanpassing van de energiebelasting tot een Europese grondstoffenheffing. Daarmee maken we bijvoorbeeld een einde aan de situatie dat nieuw plastic goedkoper is dan gerecycled plastic.
  • De vervuiler betaalt ook in de luchtvaart. Privéjets en hun passagiers die enkel Schiphol gebruiken als overstap gaan ook vliegbelasting betalen. Andere belastingen regelen we Europees. De economische waarde van de luchtvaart moet in harmonie komen met mens en milieu. Daarom krimpt Schiphol naar 440.000 vluchten, komt er geen vierde aanvliegroute en maken we een einde aan de nachtvluchten, ook aan de randen van de dag. Lelystad Airport gaat definitief niet open. We ondersteunen de luchtvaart in de transitie naar duurzamer vliegen. Dit doen we door de productie van duurzamere brandstoffen te stimuleren en ons voor te bereiden op de komst van elektrisch vliegen op korte afstanden.
  • Zeescheepvaart en binnenvaart vormen efficiënte en belangrijke vervoersvormen voor Nederland. We houden aandacht voor de kwaliteit van havens en kanalen, dragen bij aan verduurzaming van de scheepvaart en verleggen de vaarroute boven de Wadden, om het risico op ongelukken met ernstige verontreiniging te verminderen.
  • De landbouw is een bijzondere sector. Niet alleen is de agrarische sector de enige sector die ons kan voeden, ook stond de landbouw aan de basis van onze cultuur; het Latijnse woord ‘cultura’ betekende het bewerken van landbouwgrond. Veel boeren zijn de laatste decennia door de hoge regeldruk en snel veranderende eisen helaas murw gebeukt. Het ene moment kregen ze applaus voor hun groene stal, het volgende moment bleken ze volgens een slordig stikstofkaartje een illegale piekbelaster en moesten ze stoppen. Dat moet anders. De duurzaamheidstransitie moet op zo’n manier en met zo’n tempo dat de sector het kan meemaken. we boeren die door willen financieel ondersteunen en moeten we boeren die willen stoppen helpen. Dat geeft perspectief aan jonge en oudere boeren. Net als in de jaren zeventig is een ontwikkel- en saneringsfonds hierbij een prachtig instrument.
  • Alle sectoren moeten een evenredige bijdrage leveren aan het oplossen van de stikstofproblematiek: luchtvaart, verkeer, scheepvaart, industrie en landbouw.
  • In de landbouw kiezen we onder leiding van de sector en de provincies voor een gebiedsgerichte aanpak van extensivering, omschakeling, innovatie en verplaatsing, rekening houdend met het natuurlijk verloop in de sector. Het streefjaar voor stikstof blijft op 2035 staan en de onwerkbare kritische depositiewaarde wordt zowel in de stikstofwet als in de praktijk vervangen door een juridisch houdbaar alternatief. Wat ons betreft worden boer, tuinder en visser weer baas op eigen bedrijf, door vanuit de overheid te kiezen voor langjarige, voorspelbare doelsturing in plaats van middelsturing. De afrekenbare stoffenbalans 2.0 en het real-time meten zijn hierbij onmisbaar.
  • Met een goed verdienmodel, voldoende tijd en instrumenten kan de sector verduurzamen en blijft werkgelegenheid in de sector behouden op een platteland vol vitale bedrijven in harmonie met de natuur. Maar eerst moeten de PAS-melders en interimmers worden gelegaliseerd. Dat heeft de hoogste prioriteit en dat is rechtvaardig.
  • Ketenpartijen zoals supermarkten en banken krijgen de plicht om bij te dragen aan de verdere verduurzaming van de sector, voornamelijk als het gaat om een eerlijkere verdeling van investeringen, winsten en verliezen in de gehele keten, van boer tot bord. Een consument moet in het schap kunnen zien in hoeverre die eerlijke verdeling plaatsvindt, maar ook hoe duurzaam een product is. Onderling moeten producten op beide punten met een wetenschappelijk verantwoorde wijze vergeleken kunnen worden in niet alleen het Nederlandse schap, maar in alle Europese schappen
  • Het CDA zet in op ambitieus en realistisch klimaatbeleid. Van de politiek mag leiderschap verwacht worden in de transformatie naar een duurzaam land. Zo’n ambitieus en realistisch klimaatbeleid is mogelijk als we het klimaatvraagstuk niet als een technocratische kwestie benaderen, maar als een sociale kwestie. Wij blijven ons committeren aan het Klimaatakkoord van Parijs, met de afspraak om in 2050 de stijging van de gemiddelde wereldtemperatuur te beperken tot onder de 2 graden Celsius en zo mogelijk 1,5 graden Celsius.
  • De sleutels voor de oplossing van het klimaatvraagstuk liggen bij de overheid, wetenschap, bedrijven en boeren, maar de noodzakelijke transitie wordt alleen een succes als iedereen meedoet. Duurzaamheid begint thuis, bij ons allemaal in een groene, schone en gezonde leefomgeving. Dat betekent dat duurzaam beleid hand- in-hand moet gaan met de vergroting van de bestaanszekerheid van mensen met een krappe beurs. Boeren vervullen een sleutelrol doordat zij de verbinding vormen tussen een gezonde bodem, gezonde natuur en gezond voedsel.
  • De transitie naar duurzame energievoorziening vraagt om een andere, meer risicodragende rol van de overheid, ook bij investeringen in energie-infrastructuur. Onze vitale energie-infrastructuur moet in publieke handen zijn. Flexibiliteit en opslag zijn nodig om een stabiel stroomnet te houden.
  • We blijven investeren in windenergie op zee, zonne-energie, duurzame biomassa, energiebesparing, aardwarmte, aquathermie en schone brandstoffen. Naast veel duurzame energie hebben we ook kernenergie nodig. We gaan door met de bouw van twee nieuwe kerncentrales. Aanvullend gaan we aan de slag met kleine, modulaire kernreactoren.
  • Zonnepanelen zien we het liefst op daken en met multifunctioneel ruimtegebruik. Windmolens op land moeten zorgvuldig, met oog op het beperken van overlast voor omwonenden en met respect voor het landschap, worden ingepast. Windmolens op zee worden natuurversterkend gebouwd.
  • Vanuit onze visie op een sterke samenleving zien we een belangrijke rol voor energiecoöperaties, niet alleen voor de opwekking van energie maar bijvoorbeeld ook voor een gezamenlijke buurtbatterij.
  • Boeren vervullen een sleutelrol op weg naar een duurzamer land, omdat zij de verbinding vormen tussen een gezonde natuur, een gezonde bodem en gezond voedsel. Er moet voldoende geld komen voor natuurbeheer. Daarnaast koesteren zowel boeren als recreanten behoud en herstel van groene coulisse- en heggenlandschappen. Daaraan geven we prioriteit, boven de aanleg van nieuwe natuur. Voor de wolf is geen plek in Nederland. De Europese beschermde status van de wolf moet omlaag, zodat de populatie in Nederland kan worden beheerd en verdreven.
  • Wie op het platteland woont heeft minder alternatieven voor de auto dan iemand in de stad. We zijn daarom tegenstander van rekeningrijden op het platteland. Met een e-vignet vragen we een bijdrage van mensen buiten Nederland voor het in stand houden van ons wegennet.
  • Door een onhandige belastingmaatregel verdwijnen tweedehands elektrische auto’s nu naar het buitenland. Dit passen we aan, zodat die auto’s ook voor Nederlandse particulieren betaalbaar zijn.
  • We investeren in goede en betaalbare alternatieven voor de auto. Snelfietspaden, OV en deelvervoer zijn zulke aantrekkelijk alternatieven. Er hoeft niet altijd een bus te rijden als er ook andere vormen van (deel)vervoer mogelijk zijn (elektrische auto, scooter of fiets). Als regels knellen om alternatief openbaar vervoer mogelijk te maken, passen we ze aan of introduceren we het recht op gemotiveerd maatwerk.