GroenLinks-PvdA

GroenLinks en PvdA geloven dat samenwerken ons sterker maakt. In deze tijden van politieke versplintering doen ze iets bijzonders: ze doen met één lijst en één programma samen mee aan de Tweede Kamerverkiezingen. Zo maken ze een vuist voor een groener en socialer Nederland.

Partij samenvatting

  • De klimaatcrisis vraagt om onmiddellijke en diepgaande actie. Actie die wel ingebed moet zijn in een plan dat decennia duurt om helemaal ten uitvoer te brengen. De sociale staat van Nederland schreeuwt om herstel gebaseerd op vertrouwen, respect en solidariteit. Armoede en uitsluiting moeten onmiddellijk worden bestreden, zodat er weer een fundament komt waar iedereen op kan rekenen en niemand doorheen zakt. Maar alleen structurele veranderingen kunnen dit duurzaam borgen. En structurele veranderingen kosten tijd.
  • Duidelijkere doelen voor een leefbare planeet. Ons belangrijkste klimaatdoel is om de opwarming van de aarde te beperken tot anderhalve graad. Daarom voeren we een ambitieus klimaatbeleid met concrete doelen die we vastleggen in de Klimaatwet. In 2030 hebben we als land onze CO2- uitstoot met 65% verminderd (ten opzichte van 1990) en in 2040 zijn we volledig klimaatneutraal. Bovendien zorgen we ervoor dat in 2035 onze elektriciteitsvoorziening CO2-neutraal is, en in 2040 ons gehele energiesysteem. Ook de industrie stoot in 2040 netto geen CO2 meer uit.
  • Een isolatie-offensief voor alle huizen. Er komt een grootschalig isolatie-offensief om woningen te verduurzamen en de energierekening te verlagen. We geven voorrang aan mensen met lage en middeninkomens bij het verstrekken van isolatiesubsidies en andere verduurzamingsmaatregelen. Daar gaan we fors in investeren.
  • Zonnepanelen voor iedereen We maken extra middelen vrij om te investeren in zonnepanelen op daken van huurwoningen en koopwoningen van mensen met een laag inkomen. Dat leidt direct tot een verlaging van de energierekening.
  • Stimulering energiecoöperaties Het streefdoel uit het Klimaatakkoord van minimaal 50% lokaal eigendom van hernieuwbare elektriciteit op land wordt een verplichting.
  • Duurzamer bouwen. We gaan het bouwen met een zo klein mogelijke ecologische voetafdruk stimuleren en we moedigen circulair, biobased, energiepositief en natuurinclusief bouwen aan.
  • Vaart met aardgasvrij maken.
  • Warmtetransitie in publieke handen.
  • Meer inzet energiebesparing. De energiebesparingsplicht, die bedrijven en instellingen wettelijk verplicht om alle energiebesparende maatregelen met een terugverdientijd van vijf jaar of minder uit te voeren, wordt aangescherpt tot een terugverdientijd van elf jaar.
  • Naar een klimaatneutrale elektriciteitsvoorziening. Elektriciteit wordt het motorblok van ons toekomstig energiesysteem. Dit wekken we op met zonnepanelen en windmolens, met name op zee. Uiterlijk in 2035 is onze elektriciteitsvoorziening CO2-neutraal.
  • Gerichte crisisaanpak van het overbelaste elektriciteitsnet.
  • Stoppen met vervuilende energiebronnen In Europees verband zetten we in op de afbouw van fossiele winning in Europa en elders in de wereld. We sluiten alle kolencentrales per 2025 en stellen een verbod in op fossiele reclames. Bestaande biomassacentrales faseren we uit en er komen geen nieuwe centrales bij. We stoppen met subsidies voor het gebruik van biomassa in kolencentrales, zodat er geen bijstook van biomassa meer mogelijk is.
  • Geen nieuwe kerncentrales. Het Expert Team Energiesysteem 2050 liet zien dat tegen de tijd dat nieuwe kerncentrales operationeel zijn, het aanbod van hernieuwbare energie uit zon en wind-op-zee dusdanig groot is dat kerncentrales nauwelijks nog een rol van betekenis spelen in ons energiesysteem. Daarom zetten wij de gereserveerde € 5 miljard voor de bouw van nieuwe kerncentrales anders in.
  • Een klimaatticket voor betaalbaar openbaar vervoer. Openbaar vervoer wordt een publieke voorziening die voor iedereen betaalbaar moet zijn. Voor iedereen komt er een Klimaatticket, naar Duits voorbeeld. Voor een vast bedrag van € 49 per maand kan iedereen in de daluren onbeperkt reizen met alle vormen van het OV. In navolging van verschillende gemeenten starten we met experimenten voor gratis OV voor mensen met lage inkomens.
  • Meer inzet op slimmere, gezondere en schonere mobiliteit. Meer nadruk op lopen, fietsen, openbaar vervoer en deelmobiliteit en minder op het gebruik van privéauto’s is essentieel.
  • Eerlijk betalen naar gebruik. We versnellen de invoering van betalen naar gebruik voor automobilisten, zodat de vervuiler gaat betalen.
  • Schonere lucht. De luchtkwaliteitsnormen van de Wereldgezondheidsorganisatie worden wettelijk verankerd. We gaan de luchtvaart verplichte normen opleggen ten aanzien van geluidsoverlast en de uitstoot van stik- en (ultra)fijnstof. Binnenvaartschepen krijgen strengere uitstootnormen. Voor grote vervuilers als Tata Steel, Schiphol en Chemours wordt de gezondheid van medewerkers en omwonenden leidend bij de verstrekking van vergunningen en bij de handhaving.
  • Eerst treinen dan vliegen. Een Europees Spoorwegagentschap wordt verantwoordelijk voor een goed en betaalbaar (nacht)net naar steden als Berlijn, Wenen, Madrid, Rome en Stockholm. Door het heffen van accijnzen op kerosine en btw op vliegtickets, maken we (internationale) treinkaartjes goedkoper.
  • Het aantal vluchten op Schiphol gaat verder omlaag. Lelystad Airport gaat dicht. Onrendabele vliegvelden worden niet langer overeind gehouden. Er komt een maximaal aantal vluchten op Rotterdam The Hague Airport
  • Eerlijke bijdrage van de grootste vervuilers. Het huidige stelsel van belastingen, heffingen en accijnzen zit vol met vrijstellingen en fiscale subsidies voor grootgebruikers en producenten van fossiele energie. Deze fossiele subsidies bouwen we zo snel mogelijk af, want ze ondermijnen de prikkel voor bedrijven om te verduurzamen. Voor de zware industrie komt er een ambiteuzere en effectievere CO2-heffing, zodat zij een eerlijke prijs gaan betalen voor hun uitstoot. De gratis rechten op vervuiling die nu nog aan de industrie en de luchtvaart worden gegeven, stoppen we.
  • Een goede besteding van ons klimaatgeld.
  • Een waterstof-hub in Noordwest-Europa. Samen met onze buurlanden bouwen we aan een Noordwest-Europese waterstofhub.
  • Geen extra subsidie voor ondergrondse opslag CO2. Het ondergronds opslaan van CO2, ook wel carbon capture storage (CCS), is een tijdelijke oplossing die grote vervuilers in staat stelt om langer te wachten met het overschakelen naar duurzame energie. We gaan daarom niet nog meer gemeenschapsgeld stoppen in CCS dan al is afgesproken.
  • Naar een circulaire economie. Nederlandse bedrijven en producten die in Nederland worden verkocht zijn volledig circulair in 2050
  • Een financiële sector die groen is. We gaan zowel in Europa als in Nederland de financiële sector vergroenen.
  • Prioriteit aan natuurherstel. Uiterlijk in 2030 is de trend van achteruitgang van de biodiversiteit gekeerd. We houden vast aan het doel om de stikstofuitstoot in 2030 te halveren. In 2050 is voor alle soorten de gunstige staat van instandhouding behaald. Dat doen we door beschermde natuurgebieden aan elkaar te verbinden en door bufferzones om deze gebieden heen te creëren.
  • Natuurherstel buiten de beschermde natuurgebieden.
  • Terugbrengen landschapselementen. We volgen de lijn van het Aanvalsplan Landschap. In 2030 hebben we de doelstelling van 10% groenblauwe dooradering met landschapselementen bereikt.
  • Ondernemen met natuur. Boeren die zich inzetten voor natuurbescherming en herstel worden beloond.
  • Behoud natuur op zee. Conform Europese en internationale afspraken verkrijgt 30% van het Nederlandse zeeoppervlak, inclusief de Waddenzee en de Zuidwestelijke Delta, tegen 2030 een beschermde status,
  • Meer natuurinclusieve energie- en landbouw.
  • Een goedbelegde boterham voor boer en consument. We geven prioriteit aan bescherming en herstel van natuur in natuurgebieden, dorpen en steden en rondom agrarische activiteiten. We kiezen voor natuurinclusieve landbouw en de mogelijkheid voor boeren om voldoende geld te verdienen met activiteiten die bijdragen aan natuurherstel. Om jonge agrariërs voor te bereiden op een toekomst met perspectief, wordt het agrarisch en groen onderwijs hierop aangepast
  • Gerichte uitkoop. Om de natuur te laten herstellen is het van belang grote vervuilers dichtbij natuurgebieden uit te kopen. We zetten in op een actief uitkoopbeleid. Als niet genoeg boeren op vrijwillige basis meedoen, zijn we ook bereid om boeren verplicht uit te kopen.
  • Minder vervuilende landbouw. We kiezen voor de invoering van een graslandnorm en romen dierrechten af. Daarbij concentreren we ons in eerste instantie op overgangsgebieden rondom natuurgebieden en weidevogelkerngebieden. Het uitgangspunt is dat vervuilende boeren betalen voor hun uitstoot.
  • Einde aan de bio-industrie. Alle stallen moeten voldoen aan de hoogste normen voor dierenwelzijn en volksgezondheid.
  • Meer en betaalbaar biologisch voedsel in de winkel. We zetten supermarkten in beweging om een oplopend percentage producten uit biologische landbouw en andere vormen van duurzaam geproduceerd voedsel te verkopen
  • Goed waterbeleid is goed veiligheidsbeleid. Gemeenten krijgen voldoende middelen in handen voor klimaatadaptatie. We leggen in steden en dorpen extra parken en waterpartijen aan voor verkoeling, verbeteren de opvang van water, vergroenen de daken en tuinen van woningen en planten meer bomen.
  • Passend waterpeil. We passen het uitgangspunt ‘functie volgt peil’ toe. Dat betekent dat we het waterpeil kiezen dat past bij het bodem- en watersysteem van een gebied en niet het peil dat past bij het huidige grondgebruik.
  • Bescherming van onze zeeën. De Waddenzee is onderdeel van het Unesco Werelderfgoed. Ook de Noordzee en kwetsbare mariene natuur in Caribisch Nederland beschermen we als zijnde uniek zeegebied.
  • De EU moet groener. Voortbouwend op de Europese Green Deal werken we aan een Europa waar productie en consumptie de grenzen van de draagkracht van de aarde niet langer overschrijden. In 2040 moet de EU klimaatneutraal zijn en voornamelijk gerecyclede en biobased grondstoffen gebruiken. De transitie naar een klimaatneutrale en circulaire economie kan alleen slagen als sociale rechtvaardigheid daarbij verzekerd is. De Europese Commissie moet erop toezien dat subsidies voor de transitie, bijvoorbeeld uit het Sociaal Klimaatfonds, bij voorrang ten goede komen aan de meest kwetsbare gebieden en huishoudens.
  • Vergroening buitenlands beleid. Vergroening van het buitenlands beleid krijgt hoge prioriteit. De Minister van Buitenlandse Zaken is verantwoordelijk voor het internationaal klimaat- en biodiversiteitsbeleid. Nederland stelt bovenop de 0,7% bnp voor ontwikkelingssamenwerking additioneel financiële middelen beschikbaar ter ondersteuning van klimaatbeleid in landen wereldwijd.
  • Afbouw fossiele subsidies. Vrijstellingen en fiscale subsidies voor grootgebruikers en producenten van fossiele energie bouwen we af. De miljarden die nu vanuit de schatkist naar vervuilende bedrijven vloeien gaan we voor andere dingen gebruiken.