Partij voor de dieren

De Partij voor de Dieren (PvdD) is een Nederlandse politieke partij met een ecologistische signatuur. De partij heeft als hoofdthema het streven naar een dier- en milieuvriendelijker beleid. Op 30 november 2006 werd Nederland het eerste land ter wereld waarin een partij met dit hoofdthema in het parlement is vertegenwoordigd. De PvdD heeft zetels in diverse politieke organen zoals de Tweede Kamer, Eerste Kamer, Europees Parlement, provincies, gemeenten en waterschappen.

Partij samenvatting

  • De Partij voor de Dieren wil de ruimte in Nederland veel eerlijker verdelen, zodat er meer ruimte komt om te wonen en veel meer ruimte komt voor de natuur en voor groen in de buurt. Liever een dak boven je hoofd dan een speklapje op je bord!
  • Het is de grootste uitdaging waar onze generatie voor staat: de Aarde leefbaar krijgen en houden voor al haar bewoners. We kunnen de problemen samen oplossen, maar niet met de manier van denken die de problemen heeft veroorzaakt. Er is een radicale koerswijziging nodig. We zullen afscheid moeten nemen van het hardnekkige misverstand dat de mens boven de natuur staat.
  • We zijn juist volledig afhankelijk van de ecosystemen waar we onderdeel van zijn. Daarom kiest de Partij voor de Dieren een volstrekt ander uitgangspunt dan alle andere politieke partijen. Wij zijn de enige partij die niet de kortetermijnbelangen van de westerse mens en z’n geld centraal stelt, maar keuzes maakt vanuit het brede perspectief van een leefbare Aarde. Dieren, klimaat, natuur en milieu hebben bij ons een volwaardige plek naast de mens. Ecocentraal in plaats van egocentraal. We zijn de eerste generatie die de gevolgen ziet van de klimaat- en natuurcrisis, en we zijn de laatste generatie die het tij nog kan keren. De tijd om te veranderen is nu. Samen kunnen we kiezen voor een groene en sociale toekomst, voor iedereen
  • Nederland heeft de verantwoordelijkheid zo snel mogelijk zo veel mogelijk te doen om de opwarming van de Aarde te beperken. Dat vergt niets anders dan een crisisaanpak. Iedereen gaat bijdragen aan de transitie naar een duurzame samenleving.
  • Nederland zet zich maximaal in om de opwarming van de Aarde te beperken tot 1,5 graden Celsius. In 2030 zijn we klimaatneutraal. Deze nieuwe reductiedoelstelling wordt vastgelegd in de Klimaatwet. Nederland neemt een voortrekkersrol in het toezien op de mondiale uitvoering van het Parijsakkoord.
  • Met een Burgerberaad voor het klimaat betrekken we burgers bij oplossingen voor de klimaat- en natuurcrisis. Het Burgerberaad vormt een dwarsdoorsnede van de samenleving en krijgt heldere integrale voorwaarden mee: bijdragen aan de oplossing van de klimaat- en biodiversiteitscrisis en een leefbare Aarde voor mens en dier. De regering heeft de plicht om de aanbevelingen in beleid en regelgeving om te zetten.
  • Er komt een ministerie van Klimaat en Biodiversiteit.
  • De minister-president geeft iedere maand een persconferentie over het klimaat.
  • Geen enkele sector is uitgezonderd van de klimaatdoelen. De luchtvaart, scheepvaart, veehouderij en de financiële sector verliezen hun uitzonderingspositie.
  • Er komt een klimaatrechtvaardigheidstoets voor alle klimaatplannen en subsidies.
  • Fossiele subsidies en andere vormen van bevoordeling van fossiele bedrijven schaffen we af. Het geld dat vrijkomt investeren we in een sociaal rechtvaardige energietransitie.
  • We verhogen de belasting op CO2 en breiden die uit naar alle broeikasgassen en sectoren. Gratis rechten worden ingetrokken.
  • Er komt een extra winstbelasting voor fossiele energiebedrijven.
  • De huidige energiebelasting is onrechtvaardig omdat grootverbruikers relatief veel minder betalen dan burgers en het mkb. We introduceren een progressieve energiebelasting die mensen met lage inkomens ontziet en ervoor zorgt dat grootverbruikers meer gaan betalen.
  • Ook voor de agro-industrie gaat gelden dat de vervuiler betaalt: de grote bedrijven die decennialang veel geld hebben verdiend aan de intensieve landbouw (zoals veevoerleveranciers, slachthuizen en agrarische banken) gaan meebetalen aan de landbouwtransitie.
  • De rijkste 1% van de bevolking vervuilt het meest en verduurzaamt het minst. We stoppen onnodige en extreem vervuilende luxeconsumptie. Er komt een einde aan privéjets en superjachten.
  • Reclame door de fossiele industrie en voor fossiele producten en diensten verergert de klimaatcrisis. We verbieden fossiele reclame en er komt een waarschuwing op verkooppunten van fossiele brandstof, vliegreizen, cruisereizen en voertuigen met een fossiele brandstofmotor.
  • Door vervuilers niet langer te subsidiëren, maar juist te laten betalen voor de schade die ze hebben aangericht, komt er heel veel geld vrij voor rechtvaardig klimaatbeleid. Klimaatmaatregelen voor burgers worden betaalbaar, mensen met lage inkomens worden financieel ontzien. Een comfortabel en warm huis, snel en duurzaam van A naar B reizen en gezond en biologisch eten moeten bereikbaar zijn voor iedereen. We pakken energiearmoede aan.
  • Er is een groot tekort aan menskracht voor de duurzame transitie. Daarom bieden we aantrekkelijke omscholingstrajecten, coaching en andere vormen van persoonlijk maatwerk aan voor de vele groene banen en zinvolle banen die een duurzame samenleving te bieden heeft.
  • Landen die het minst vervuilen worden het zwaarst getroffen door de klimaatcrisis. We betalen een eerlijke bijdrage aan mondiale klimaatfinanciering, zowel voor de transitie als voor schade en herstel van door de klimaatcrisis veroorzaakte rampen. We voeren daarnaast een schade- en herstelheffing in voor fossiele bedrijven.
  • In 2030 gebruikt Nederland 50% minder energie ten opzichte van 1990.
  • Er komt een nationaal plan energiebesparing. Grootverbruikers moeten verplicht een energiebesparingsplan inleveren.
  • In 2030 gebruikt Nederland geen olie, kolen en gas meer. Er komt een ambitieus afbouwplan voor fossiele brandstoffen waarbij de industrie als eerst wordt aangepakt. We nemen hier in ieder geval in op dat we stoppen met vervuilende, energieslurpende sectoren, zoals kunstmestproductie en gangbare sierteelt.
  • Regels voor de bescherming van de natuur worden niet versoepeld voor klimaatmaatregelen.
  • Het afvangen en opslaan van broeikasgassen (carbon capture and storage, CCS) stimuleert bedrijven door te gaan met vervuiling. We stoppen met CCS en draaien de subsidiekraan dicht.
  • Nederland bouwt geen nieuwe kerncentrales en bestaande centrales worden zo snel mogelijk gesloten. Kerncentrales komen te laat, de bouw duurt jaren terwijl de klimaatcrisis nu actie vergt. Het kost miljarden aan belastinggeld, die we beter kunnen steken in het sneller terugdringen van de uitstoot. En het is immoreel om toekomstige generaties met nog meer kernafval op te zadelen
  • Nederland heeft in 2030 een volledig circulaire economie.
  • Er komt een verbod op wegwerpplastic. Daar waar nog plastic wordt gebruikt, moet dat gerecycled zijn. We dringen het gebruik van plastic verpakkingsmateriaal vergaand terug door in te zetten op herbruikbare verpakkingen en bijvullen/refill in de supermarkt.
  • Rechten voor de natuur worden opgenomen in de Grondwet.
  • Het totale aantal dieren dat in de Nederlandse veehouderij wordt gefokt en gedood krimpt met minstens 75% in de komende 2 jaar. De uitstoot van stikstof is in 2030 in ieder geval 70% lager dan in 2020. Deze doelstelling wordt wettelijk vastgelegd.
  • Natuurbeleid wordt weer een taak van het Rijk. De decentralisatie van het natuurbeleid naar de provincies wordt teruggedraaid.
  • Er komt veel meer natuur! Versnipperde natuurgebieden worden met elkaar verbonden. De oorspronkelijke Ecologische Hoofdstructuur (EHS), een netwerk van aaneengesloten natuurgebieden, wordt uiterlijk in 2027 alsnog gerealiseerd. Ook buiten de aangewezen natuurgebieden versterken we de biodiversiteit.
  • We investeren in een betaalbaar en toegankelijk Europees treinnetwerk en schaffen de btw op internationale treintickets af. De EU faciliteert dat treinreizigers overal in Europa online snel en gemakkelijk alle reisopties kunnen opzoeken en treintickets kunnen boeken.
  • Ook de scheepvaart wordt belast voor de uitstoot van broeikasgassen. Er komt een forse CO2- belasting voor alle vrachtschepen.
  • Er is geen grotere voedselverspiller dan het maag-darmkanaal van dieren. Van het in Nederland geteelde graan wordt meer dan twee derde gebruikt voor veevoer. Van elke hectare waar we geen voedsel voor koeien, varkens of kippen maar voor mensen verbouwen, kunnen we maar liefst vier keer zoveel mensen voeden. De enorme vraag naar veevoer zorgt wereldwijd voor hogere voedselprijzen. Het is niet uit te leggen dat we kostbaar voedsel aan dieren geven, terwijl steeds meer mensen geen eten meer kunnen betalen.
  • Op geen enkel ander terrein kunnen we zóveel winst behalen voor dieren, natuur, klimaat, milieu, boeren en onze gezondheid als in de keuzes die we kunnen maken over ons voedsel.
  • In de prijs die de consument in de winkel betaalt zijn álle milieu-, klimaat-, dierenwelzijns-, en gezondheidskosten doorberekend. Door een prijs te zetten op negatieve maatschappelijke effecten, worden gezonde, diervriendelijke en duurzame producten de goedkopere optie.
  • Diverse, natuurinclusieve en regeneratieve land- en tuinbouw wordt de norm, zoals biologisch, permacultuur, agrobosbouw (de combinatie van landbouw en bosbouw op hetzelfde perceel) en agro-ecologische systemen. Gangbare boeren en tuinders worden geholpen met de omschakeling naar deze duurzame vormen van voedselproductie.
  • Door zoveel varkens en kippen op een kluitje te houden, kleurt Nederland rood op de risicokaart volgens vooraanstaand virologen.
  • We werken toe naar alleen nog reclame voor gezonde producten. Tot die tijd is in ieder geval kindermarketing voor producten met te veel suiker, zout of vet verboden: geen reclame voor (en óp) snoep en fastfood die gericht is op kinderen onder de 18 jaar. Hierbij hebben we ook aandacht voor nieuwe vormen van marketing, zoals via influencers en vlogs.
  • We zetten in op internationale afspraken om mensen, dieren, milieu, natuur en het klimaat te beschermen en de economie groener en eerlijker te maken. Niet op nog meer destructieve vrijhandelsverdragen
  • De klimaatcrisis en biodiversiteitscrisis zorgen er niet alleen voor dat gebieden onleefbaar worden en dat de voedselzekerheid van mensen in gevaar komt, maar zijn ook een bron van (gewapende) conflicten