VVD

De Volkspartij voor Vrijheid en Democratie (VVD) is een centrumrechtse, liberale partij in Nederland. Onder leiding van Mark Rutte heeft de partij een prominente rol gespeeld in recente Nederlandse regeringen. De VVD staat bekend om haar economisch liberale standpunten en heeft momenteel 34 zetels in de Tweede Kamer.

Partij samenvatting

We stimuleren en ontwikkelen nieuwe verdienmodellen voor boeren. Op die manier kunnen agrariërs omschakelen naar bijvoorbeeld de teelt van bio-based bouwmaterialen, plantaardige eiwitten of nieuwe vormen van voedselproductie.

  • Wij willen dat boeren de ruimte krijgen om voedsel te produceren op een manier die past bij de draagkracht van de omgeving. We zorgen ervoor dat niet alleen productie, maar ook verduurzaming wordt beloond.
  • Goed ondernemerschap van boeren wordt beloond. Boeren hebben behoefte aan langetermijnbeleid. We willen af van wisselende middelvoorschriften en heldere doelstellingen centraal stellen.
  • Eerlijke prijs voor de boer. Binnen de landbouw stimuleren we dat de boer een eerlijkere prijs voor zijn product krijgt.
  • De melkveehouderij is niet weg te denken uit het Nederlandse cultuurlandschap. We willen dat deze bedrijven grondgebonden zijn. Voldoende grasland is immers belangrijk voor de waterkwaliteit. De omvang van de Nederlandse melkveehouderij wordt de maatstaf voor de kalverhouderij. Ook voor intensieve veehouderij is plek in Nederland, op voorwaarde dat er stappen gezet worden op het gebied van dierenwelzijn op basis van een ‘dierwaardige veehouderij’, zoals die nu wordt gedefinieerd in het convenant.
  • We gaan schoner rijden. Iedere Nederlander een schone auto voor de deur. We stimuleren de omslag naar elektrisch vervoer, bijvoorbeeld in de tweedehandsmarkt van elektrische auto’s. We doen dit op een manier dat de gewone automobilist zo min mogelijk geraakt wordt door hogere kosten of belastingen. We zorgen dat het financieel blijft lonen om elektrisch te rijden en we zorgen ervoor dat daar in de begroting van het Rijk ook op een moderne manier mee om wordt gegaan. We gaan fors aan de slag met de uitrol van het laadpalennetwerk.
  • We verduurzamen de luchtvaart. We houden de luchtvaartsector aan de eerder gemaakte afspraken dat de sector zijn vliegtuigen blijft verduurzamen. Hier blijven we ook in internationaal verband voor pleiten. Ook vinden we het noodzakelijk dat de karretjes die vliegtuigen vervoeren, de taxibots, elektrisch gaan rijden.
  • Schoon varen. Om schepen te verduurzamen geven we de binnenvaart en zeevaart meer dan nu toegang tot het Klimaatfonds. Het verbod op varend ontgassen moet op korte termijn gehandhaafd worden. Het is aan provincies om aan de slag te gaan met de ontgassingsinstallaties. De subsidieregelingen voor binnenvaart moeten blijven bestaan. We werken aan goede initiatieven zoals het maritiem masterplan.
  • Natuur en woningbouw horen geen tegenpolen te zijn. We zorgen ervoor dat natuur een plek krijgt in de wijken.
  • We vernieuwen onze energievoorziening waarbij kernenergie een grote rol zal spelen en we niet meer afhankelijk zijn van de grillen van onvrije landen. Ondernemers gaan profiteren van deze schone en betaalbare energievoorziening, nieuwe verdienmodellen en een gelijk speelveld. We gaan grotendeels elektrisch rijden en onze schepen en vliegtuigen gaan over op schone brandstoffen. En we bouwen aan een sterke, innovatieve agrarische sector die juist samenwerkt met de natuur. Zo kunnen ze allebei floreren in ons mooie land. We gaan klimaatverandering ambitieus tegen.
  • We houden vast aan minstens 55% CO₂- reductie in 2030 en 100% CO₂-reductie in 2050 zoals vastgelegd in de Klimaatwet. We kiezen daarbij voor de meest effectieve manier en zijn niet dogmatisch in welke sector de reductie plaats moet vinden.
  • We zetten in op een streefdoel in 2040 van 85% CO₂-reductie. Om klimaatneutraal te zijn in 2050 zijn een ambitieus tussendoel en duidelijkheid nodig voor sectoren in 2040, zodat maatregelen en investeringen op tijd worden genomen.
  • We zetten het klimaatfonds verstandig in. Door het klimaatfonds goed in te zetten blijft de energietransitie haalbaar en betaalbaar voor huishoudens en het mkb. Zo investeren we vanuit het klimaatfonds ook in nieuwe kerncentrales en een schone en slimme industrie.
  • We gaan internationaal klimaatverandering tegen. De VVD wil maatregelen bij voorkeur Europees nemen, omdat dit effectiever is dan alleen nationaal beleid en het zorgt voor een gelijk speelveld in de EU.
  • We zetten in op klimaatadaptatie. Naast ons ambitieuze klimaatbeleid bereiden we ons ook voor op de gevolgen van klimaatverandering.
  • We zetten in op meer energie-onafhankelijkheid, zowel nationaal als Europees. Goedkope energie helpt daarbij ook om onze energierekening laag te houden en ons vestigingsklimaat voor mkb en grote bedrijven te versterken.
  • We gaan meer eigen energie produceren. We zetten in op extra windenergie op zee gekoppeld aan waterstofproductie, nieuwe kerncentrales en versterking van het stroomnet met onder andere batterijtechnologie. Zo halen we de doelen om zelf meer schone energie te produceren. We zetten hierbij ook in op innovatieve technieken die voor meer energiebesparing zorgen.
  • We gaan vooroplopen in kernenergie. We zetten de bouw van de twee grote kerncentrales door. Maar om volledig schone en betrouwbare elektriciteit te produceren zorgen we ervoor dat we zo snel mogelijk op vier grote kerncentrales inzetten. Daarnaast gaan we ook locaties en plannen ontwikkelen voor extra kerncentrales richting 2050.
  • We versnellen de uitbreiding van het elektriciteitsnet.
  • CO₂-opslag en -hergebruik spelen een onmisbare rol in de klimaatdoelen tot 2030 en erna. Het opvangen van CO₂ en het onder de grond stoppen ervan of hergebruiken ervan is cruciaal om de klimaatdoelen te halen. Niet alleen om emissies uit de industrie te verminderen, maar ook om bijvoorbeeld blauwe waterstof mogelijk te maken. We blijven de rol van CO₂- opslag en -hergebruik voorlopig dus doorzetten. We zetten in op negatieve emissies om
  • We zorgen ervoor dat de lucht- en scheepvaart ook verduurzamen.  Zo schaffen we de belastingvrijstelling voor lucht- en scheepvaartbrandstoffen in Europees verband af en zetten we ons in voor een Europese kerosinebelasting. Mocht dat niet lukken, dan doen we dat met onze buurlanden. In ieder geval houden we de sectoren aan de ambitieuze afspraken die gemaakt zijn.
  • We gaan voortvarend aan de slag met de benodigde duurzame infrastructuur. Projecten als de waterstofbackbone en Delta Rhine Corridor leggen we zo snel mogelijk aan, zodat bedrijven voorzien kunnen worden van duurzame energie.
  • We stimuleren zonne-energie bij huishoudens en ondernemers. Ook integreren we zonnepanelen binnen windparken op zee. Op die manier worden elektriciteitskabels vanaf zee meer benut.
  • We zetten in op meer windenergie op zee in 2040. In 2031 is er momenteel 21GW aan Wind op Zee gepland. Om die ontwikkeling door te trekken zullen we nu plannen moeten maken voor 2040. Een deel van deze capaciteit wordt gebruikt om groene waterstof te maken. Dit doen we zowel op land als op waterstofhubs in de Noordzee. Daarbij hebben we het doel van 6 tot 8GW elektrolysecapaciteit in 2032.
  • We betrekken bewoners bij duurzame energie. Inwoners weten immers zelf het beste waar in hun regio ruimte is voor wind- en zonne-energie. We maken het makkelijker om energiecoöperaties te starten. Dit doen we door wet- en regelgeving eenvoudiger te maken. Door energiecoöperaties op te zetten komt er meer draagvlak voor lokale energie.
  • We versnellen de veilige gaswinning op de Noordzee. Daarmee worden we onafhankelijker van Poetin en wordt onze energierekening lager. In de toekomst kan dit gas omgezet worden in blauwe waterstof. We erkennen blauwe waterstof als belangrijke transitieoplossing en zetten in op een langetermijncontract met Noorwegen dat in de jaren 2030 overgaat op groene waterstof.
  • We normeren afvalverbrandingsinstallaties op hun uitstoot. Aangezien deze centrales ook groenafval verbranden, worden hier ook negatieve emissies gerealiseerd. Deze negatieve emissies zijn nodig in een klimaatneutrale samenleving.
  • We helpen de glastuinbouw verduurzamen.
  • We gaan de energiebelasting verlagen. Om te zorgen dat iedereen de energietransitie kan meemaken verlagen we de belasting op de energierekening.
  • We toetsen al het klimaatbeleid op kosten. Het eerlijke verhaal is dat sommige kosten op korte termijn zullen stijgen, bijvoorbeeld omdat we niet meer afhankelijk willen zijn van Poetin. We toetsen daarom al het huidige en nieuwe klimaatbeleid op de kosten voor mensen met een laag inkomen, de middenklasse en het mkb. Als klimaatbeleid niet door de toets komt, wordt het gewijzigd of vervangen.
  • We maken de verduurzaming van huizen zo makkelijk mogelijk. Daarom blijven we inzetten op de praktische weg die we zijn ingeslagen. We zetten in op isolatie, zonnepanelen op het dak, hybride warmtepompen en groen gas.
  • Over de verduurzaming van je eigen huis beslis je zelf. We gaan geen labelsprongen verplichten voor je eigen huis.
  • We helpen de verduurzaming van het mkb.
  • Alle sectoren dragen bij. De stikstofproblematiek pakken we in samenhang met andere klimaat- en milieuopgaven aan. We maken zo min mogelijk onderscheid tussen economische sectoren zoals de landbouw, mobiliteit en industrie.
  • We voeren de afspraken over het Natuurnetwerk Nederland uit en we gaan natuurnetwerken beter met elkaar verbinden
  • We kiezen voor vrijwilligheid en keuzevrijheid als uitgangspunten. Dwingende maatregelen zorgen voor onnodige polarisatie en daarmee vertraging bij het werken aan oplossingen.
  • Minder modellen, meer meten. We zetten zo snel mogelijk in op bedrijfsspecifieke meetmethodes, zo weet elke ondernemer wat hij uitstoot. We gaan de gebieden in en kijken naar de daadwerkelijke staat van de natuur. We onderzoeken een alternatief voor de kritische depositiewaarde in de wet waarbij de staat van de natuur centraal staat.
  • We zetten in op stikstofreducerende innovaties. Innovatieve en juridisch houdbare ideeën die een substantiële bijdrage leveren aan de vermindering van de stikstofuitstoot moeten een eerlijke kans krijgen.
  • We moderniseren onze natuurwetgeving. De verplichtingen rondom Natura2000-gebieden zijn niet toegespitst op de dynamiek van de natuur. We maken het in Brussel bespreekbaar om op termijn Natura2000-gebieden anders in te delen. Het uitgangspunt daarbij is geen kleiner, maar robuuster natuurareaal.
  • We zorgen voor effectief en actief natuurbeheer. Boeren krijgen de kans om hun verdienmodel te versterken met agrarische natuur en landschapsbeheer. Jagers spelen een belangrijke rol, daarom vernieuwen we wetgeving zodat de staat van een diersoort regionaal wordt bepaald en ontwikkelen we een nieuw telprotocol. Exoten zoals de Amerikaanse rivierkreeft worden bestreden. We stimuleren weidevogelbeheer door boeren, waarvan de grutto als nationale vogel het symbool is.

We zorgen ervoor dat we meer spullen gaan hergebruiken. We houden vast aan het doel van 50% circulariteit in 2030 en 100% circulariteit in 2050. Zo zorgen we ervoor dat de hoeveelheid grondstoffen die we in Nederland gebruiken afneemt.